Een gesprek met Loggere Wilpower over ambacht, duurzaamheid en interieurtrends

Loggere Wilpower, oftewel interieurontwerper Suzanne Loggere en Timothy van Oorschot, richten de stand in van Residence tijdens PAN Amsterdam. Een gesprek met moeder en zoon over ambacht, duurzaamheid, interieurtrends en het afgelopen coronajaar.

In de interieurwereld is Loggere Wilpower al decennialang een begrip. Het familiebedrijf voert als importeur en agent meer dan twintig high-end interieurmerken met stoffen, behangen en meubels, zoals Élitis, Rubelli, Etro en Marie’s Corner. Het aanbod staat smaakvol opgesteld in verschillende stijlkamers in hun showroom in een monumentaal, achttiende-eeuws landhuis in de bossen van ’s-Graveland. Vanuit daar vertellen Suzanne Loggere en Timothy van Oorschot enthousiast over hun familiebedrijf én de opdracht om voor Residence de PAN-stand vorm te geven.

Jullie zijn moeder en zoon én werken samen aan Loggere Wilpower, hoe is dat?
Suzanne Loggere (SL): ‘Ik begon mijn bedrijf 35 jaar geleden; toen was ik pas een twintiger en kreeg veel tips van mijn vader. Inmiddels werk ik al 25 jaar vanuit ons pand in ’s-Graveland. We zijn een agentschap met een heel eigen stijl, die zich vooral uit in de manier waarop we alles presenteren. Sinds vijf jaar is Timothy erbij: hij is creatief ontwikkelaar en is daarnaast ook kunstenaar.’
Timothy van Oorschot (TvO): ‘Suzanne is de kapitein op ons schip, ik ben betrokken bij alle onderdelen van het bedrijf. We kijken momenteel heel erg vooruit naar de toekomst en blijven ons ontwikkelen met een nieuwe generatie erbij in het familiebedrijf. Wat ons onderscheidt van andere agenturen is onze creativiteit en compleet eigen signatuur. We inspireren onze klanten heel graag in onze showroom.’

Hoe omschrijven jullie die eigen stijl?
SL: ‘Als sfeervol en eclectisch: we mixen en matchen verschillende materialen en kleuren. Onze sfeer is rijk en gelaagd, maar niet te klassiek. Smaakvolle, trendy mensen voelen zich tot ons aangetrokken.’
TvO: ‘Ik vind ons modern chic: we combineren erfgoed met een moderne component. Dankzij de meer dan twintig merken die wij voeren, kunnen wij een groot publiek bedienen: van een klant als Roelfien Vos tot jongere decorators als Nicoline Beerkens of Anne Claus. Onze smaken zie je terug in de verschillende stijlkamers van onze showroom: van natural elegance en vintage revival tot uptown modern living. Onze collectie is high-end, maar er zijn ook toegankelijkere materialen bij.’
SL: ‘Onze kracht is ook dat je met ons aanbod een compleet huis kan inrichten, van vloerkleed tot lampen en behang. We hebben zelfs tegels en decoratieve verlichting van Heathfield & Co. Tijdens PAN Amsterdam is de verlichting van Brand van Egmond.’

Daarover gesproken. Jullie richten de stand van Residence in tijdens PAN Amsterdam, hoe is dat anders dan een huis?
SL: ‘Bij een woning hebben we te maken met de wensen van één klant, nu houden we rekening met de esthetiek van zowel Residence als het hele PAN-publiek. Het moet kunstzinnig zijn en hip, maar ook toegankelijk en een groot publiek aanspreken. Wij vonden dat meteen een geweldige uitdaging.’
TvO: ‘De opdracht was een stand in te richten waar mensen zich welkom voelen, dus moet de stand een huiselijke sfeer hebben. We hebben het wat dat betreft dus wel aangepakt alsof we een huiskamer inrichten. Daarnaast wordt in een tweede gedeelte van de stand het werk en werkproces van ambachtslieden getoond: de stand zal ook creatief vakmanschap vieren.’

Op welke manier gaan bezoekers dat ervaren?
TvO: ‘De stand bestaat uit twee ruimtes: het voorste gedeelte is een soort woonkamer, daarachter is een atelier waar gedurende heel de beurs drie verschillende jonge makers hun werkproces gaan tonen. Ze zitten daar daadwerkelijk hun nieuwe ontwerpen te maken – iedereen kan een kijkje nemen! Tussen de twee delen van de stand staat een open kast als afscheiding, daarin gaan we de door ontwerpers ter plekke gemaakte producten ook exposeren. Zo kun je de ontwerpen van twee kanten zien én krijgt de stand een heel open gevoel.’

Nog even over die huiselijke sfeer: hoe creëren jullie die?
TvO: ‘We gebruiken veel warme terra-tinten en bruin, het ziet eruit als een soort vintage gentleman’s room. Een warme, luxe en geborgen sfeer die gaat voelen als een warme deken. Dat zie je ook terug in veel hout, linnen en fluweel, waarbij we ook dat ambachtelijke karakter weer vieren. We laten bijvoorbeeld creatief vakmanschap zien in een houten lambrisering van CMO Paris, maar ook in de verlichting van Brand van Egmond. En we hergebruiken materialen, we gaan bijvoorbeeld een oude stoel opnieuw bekleden voor de stand.’
SL: ‘Naast ambacht is duurzaamheid belangrijk. Neem het behang van Élitis, dat is duurzaam in de zin dat je er lang mee doet dankzij de hoogwaardige kwaliteit. Hergebruik en duurzaamheid zijn echt belangrijke thema’s voor de stand, maar ook in het algemeen in de interieurwereld.’

Waaraan merken jullie dat?
SL: ‘Merken worden zich steeds bewuster van een duurzaam maakproces en denken bijvoorbeeld na over met welke chemicaliën ze stoffen bewerken. Dat wordt allemaal natuurlijker nu, dat is beter voor mens en milieu.’
TvO: ‘Het is niet makkelijk duurzaam te zijn qua interieurmerk, omdat je bij verf bijvoorbeeld wel bepaalde chemicaliën nodig hebt. Voor kussens geldt dat het binnenwerk alsnog vaak van foam is, maar je wel voor duurzame bekleding kunt kiezen. Voor stoffen moet je dan keuzes maken voor bepaalde keurmerken: Élitis heeft bijvoorbeeld een Masters of Linen-label, het linnen komt uit België. Andere merken recyclen het water dat ze gebruiken voor het maken voor stoffen en proberen circulair te zijn.’

Tot zover de materialen. Welk meubilair gaan we terugzien in de stand?
SL: ‘Er staat onder andere een bank van Marie’s Corner. Daarnaast gebruiken we vintage items, opnieuw beklede stoelen en meubels die we zelf ontwikkelen.’
TvO: ‘Suzanne begon haar bedrijf met plexiglasmeubels, vervolgens kwam de aandacht vooral te liggen op het agentschap. Momenteel zijn we weer hard bezig met een eigen meubellijn: FMLY, wat je uitspreekt als family. We zijn natuurlijk zelf een familiebedrijf, daarnaast kijken we ter inspiratie naar bepaald ambachtswerk gemaakt in familietraditie, zoals het weven dat in Mexico wordt overgegeven van moeder op dochter.’
SL: ‘Naast die internationale inspiratiebron zien we ook dat lokale productie belangrijker wordt, zeker doordat we door corona het afgelopen jaar allemaal niet konden reizen. We gaan onze lijn dan ook in Europa produceren.’

Hoe was het afgelopen coronajaar eigenlijk voor jullie?
SL: ‘Het was heel interessant. Onze klanten konden niet meer reizen, dus werd onze showroom heel belangrijk. Onze B2B-klanten, dus de decorators, kwamen veel langs, en die namen hun klanten – de consumenten – ook weer mee. Die wilden ook de trends zien die wij hadden gespot. Ik was vlak voor corona nog op reis geweest naar Myanmar, dus zat bomvol inspiratie. En onze showroom mocht op afspraak gewoon openblijven. Zakelijk gezien was corona een heel goede tijd om ons bedrijf te ontwikkelen.’
TvO: ‘Er kwamen tegelijkertijd klanten in beeld die we lang niet hadden gezien, door de hectiek van het dagelijks leven. De interieurmarkt is afgelopen jaar echt geëxplodeerd.’
SL: ‘Iedereen zat natuurlijk thuis en kreeg zin in een opknapbeurt of nieuwe inrichting. Dat hebben wij zeker gemerkt. Voor onszelf geldt: we missen het reizen naar het Zuid-Amerika en het Verre Oosten wel, ter inspiratie. Hopelijk komt dat snel weer. Gelukkig mogen beurzen nu weer plaatsvinden. Echt fantastisch! We vinden het een enorm gave opdracht om deze stand tijdens PAN Amsterdam te mogen inrichten en hopen de lezers van Residence daar allemaal te ontmoeten.’