Interview: Natalia Ortega 'Design en ambacht zijn niet los van elkaar te zien’

Natalia Ortega is een Spaanse ontwerper die graag met lokale ambachtslieden samenwerkt, veelal in kleine dorpjes in Spanje. ‘Met respect voor het ambacht creëer je een “rijke” samenleving.’

Voor de mensen die jouw werk niet kennen: hoe zou je je stijl omschrijven? 
‘De ontwerpen van mijn meubels, objecten en verlichting zijn altijd terug te voeren op traditionele ambachten en cultureel erfgoed. Met hoogwaardige materialen en respect voor de geschiedenis wil ik hedendaags design maken.’  

Je studio heet Worn Studio, waarom? 
‘Dat heeft eigenlijk een heel eenvoudige reden. Ik kwam op het idee omdat ik houd van dingen met een geschiedenis. En veel dingen waar ik geïnspireerd door raak – niet alleen ambachtelijk gemaakte dingen, het kan van alles zijn wat ik in mijn dagelijks leven zie – zijn vaak versleten.’ 

Waar komt jouw liefde voor het ambacht vandaan? 
‘Ik ben geboren in Cuenca, een klein stadje in Spanje waar het ambacht volop aanwezig is. Als klein meisje was ik al heel creatief en ik was al vroeg geïnteresseerd in kunst. Overigens zijn voor mij design en ambacht één en hetzelfde. Ik kan me die twee niet los van elkaar voorstellen. Ambachten zijn onze culturele erfenis: ambachtslieden weten niet alleen alles over technieken en materialen, maar zij hebben ook duurzaamheid hoog in het vaandel staan. De meesten zijn heel gedreven en hebben een groot hart voor hun vak. Ik vind het echt ontzettend belangrijk om de hele wereld kennis te laten maken met de Spaanse ambachten.’ 

Wat is er zo speciaal aan Spaanse ambachten? 
‘Op het gebied van ambachten is Spanje een van rijkste landen ter wereld. We hebben veel keramiek, metaal, hout, mondgeblazen glas, geweven textiel. In onze cultuur spelen die een belangrijke rol. Met respect voor het ambacht creëer je een “rijke” samenleving. Als mensen aan mij vragen welke kunstenaars ik bewonder, noem ik geen beroemde schilders of beeldhouwers, maar de lokale ambachtslieden met wie ik werk: Luis, Ana, Pilar, Jesus, Benjamin, Rosa, Francisco, Esther, Rosa...’

Wat zijn nog meer je inspiratiebronnen? 
‘Ik beschouw mezelf als een uiterst nieuwsgierig mens. Ik houd er echt van om alles in detail te bestuderen. Dat doe ik elke dag, waar ik ook ben. Nieuwe indrukken zijn daarbij belangrijk. Daarom is het voor mij essentieel om te reizen. Ik heb bijvoorbeeld vijf jaar in Tanzania gewoond en al de verschillende stammen en de uitdagende landschappen daar inspireren me nog dagelijks.’

Je ontwerpen zijn vaak rond of bolvormig, wat vind je zo mooi aan die vorm? 
‘In mijn optiek is een bol de eenvoudigste, maar meest perfecte vorm. Wat ik er ook zo mooi aan vind: het geeft een boost aan je zintuigen als je bollen combineert met verschillende materialen. Dat komt door het verschil in gewicht, tactiliteit en structuur.’

Je hebt een drukke tijd achter de rug, met je presentatie op de Salone del Mobile. Wat heb je daar laten zien? 
‘Mijn ruimte in Milaan was getiteld Aracne. Ik heb er voornamelijk geometrische vormen gecombineerd met drie compleet verschillende materialen als olijfhout, marmer en wol. Ik wilde vooral een sophisticated en gevoelige ruimte creëren waar aaibaarheid en aanraking een overtuigende rol spelen.’

Je werkt vaker met hout en wol. Hoe kies je je materialen? 
‘Ik werk graag met een range aan verschillende materialen. Hout en wol inderdaad, maar ook klei, leer, geweven textiel en geblazen glas. En zelfs met metaal. Het liefst ga ik op bezoek bij de ambachtslieden in hun werkplaatsen, om dan samen de objecten te ontwerpen. Wat ik altijd probeer te doen – en waar ik echt heel blij en gelukkig van word – is het combineren van verschillende materialen in één ontwerp. Een goed voorbeeld daarvan is de Tea Party Armchair. Voor die stoel heb ik metaal, vezels en mondgeblazen glas gebruikt.’

Waar ben je momenteel mee bezig?
‘Ik werk nu aan het interieur van een boetiekhotel. Ik heb verder een aantal internationale designevents op mijn agenda staan. Ik ga naar Londen, Bazel, Zuid-Korea en Dubai. Én in het najaar naar de Dutch Design Week in Eindhoven.’

Tot slot, Forrest Gump zei: ‘Life is like a box of chocolates, you never know what you’re going to get.’ Maar álles uit jouw doos met ‘chocolaatjes’ zou ik graag krijgen... 
‘Haha, ja, dat is een van mijn favoriete ontwerpen, en niet alleen omdat ik van chocolade houd! De bonbons zijn gemaakt van keramiek, hout, steen en mondgeblazen glas.’

Meer informatie over Worn Studio vind je op wornstudio.com