Wonen en werken vloeien moeiteloos in elkaar over in het huis van interieurontwerper Veronique Slooff. Vanuit haar woning aan de Amsterdamse Prinsengracht runt ze haar bureau Binnenvorm, waar ze klanten ontvangt in een setting die haar eigen stijl perfect weerspiegelt.
Het pand uit 1671 bestaat uit drie delen: een voorhuis, een tussenhuis en een achterhuis. “Elke ruimte heeft een eigen sfeer,” vertelt Veronique. “Om daar eenheid in aan te brengen, heb ik alles in één kleur geschilderd, heel lichtgrijs. Dat vind ik een prettige kleur, want alles komt er mooi bij uit: meubels, kunst, textuur.”
Ze wijst naar de zitkamer. “Dit is ook mijn werkkamer, waar mijn klanten komen.”
De basis van het interieur wordt gevormd door de vele spullen die Veronique en haar man in de loop der jaren verzamelden. “We hebben geen ouders meer, dus we hebben veel spullen, heel veel,” zegt ze lachend. “De kasten in de keuken staan vol met servies en zilver. En een wand in de woonkamer is gevuld met kunstwerken die ik door de jaren heen heb verzameld. Elke keer als ik een mooie opdracht afrond, koop ik iets dat ik echt bijzonder vind - een schilderij, een meubel of een vaas.”
Hoewel ze even twijfelde of ze haar eigen huis wilde laten zien, besloot ze het toch te doen. “Iets zo persoonlijks als je eigen stijl tonen is spannend, maar ik dacht: laat anderen ook zien hoe tijdloos dit is.”
Veronique staat bekend om haar gelaagde manier van werken, oud en nieuw vloeien samen. Ze combineert antieke schilderijen met hedendaagse kunst en koestert designklassiekers als de Eames-stoel. “Ik houd van dingen die goed gemaakt zijn en hun waarde behouden.”
Voordat ze interieurontwerper werd, werkte Veronique in de mode. “Daar is alles snel, snel, snel. Toen ik met interieurs begon, dacht ik: ik wil juist het tegenovergestelde. Iets creëren dat blijft.”
Ze begint een ontwerp altijd bij wat er al is. “Ik kijk naar de geschiedenis van het huis en wat mensen al hebben. Vanuit dat vertrekpunt voeg ik nieuwe lagen toe, dat maakt een interieur spannend en persoonlijk.”
In de zitkamer staat een groot marmeren blok van Carrara-marmer. “Zonder details, gewoon rechttoe rechtaan. Het is van hetzelfde marmer als wat oorspronkelijk in het huis zat – in de gang, op de vloeren en in de keuken. Dat vind ik bijzonder.”
In het achterhuis bevinden zich de keuken en de slaapkamer. “Wat zo uniek is, is dat het achterhuis volledig uit baksteen bestaat. Dat zie je bijna niet bij Amsterdamse panden uit die tijd.”
De badkamer kreeg extra daglicht dankzij een slimme indeling. “We hebben een ruimte gemaakt met én privacy én licht. Dat maakt het klein maar compleet.”
Achter het huis ligt een grote tuin met oude bomen. “Een groot feest,” glimlacht Veronique. “Ik voel me echt gezegend dat ik hier woon. Het is de eerste keer dat ik aan de gracht woon, en dat is heerlijk.”binnenvorm.nl
Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief.