Overslaan en ga direct naar de inhoud

5 vragen aan textieldesigner Nanna van Blaaderen


Welk onderdeel van je werk als designer vind je het leukst?


‘Met het materiaal nieuwe dingen ontdekken, innoveren en uiteindelijk maken. Productontwikkeling is het begin van het designproces. Je hebt een idee en gaat op onderzoek uit. Als je bezig bent moet je eigenlijk je ideeën en gedachten opzij zetten om te kunnen zien wat het materiaal doet. Op een gegeven moment komt dat weer samen. Als ontwerper leer je zo ontzettend veel van elk materiaal en de mogelijkheden die het met zich mee draagt. Daarnaast is er niets mooier dan mensen blij maken met je werk en dat te ervaren. Ik doe het niet om complimenten te krijgen, omdat het werken met stoffen mijn passie is. Maar toch geeft het een goed gevoel. Veel van mijn klanten hebben kinderen en die jatten mijn kleedjes van elkaar, omdat ze zo lekker voelen op de huid. Dat is voor mij het grootste compliment wat ik kan krijgen, want kinderen zijn heel eerlijk en puur in hun ervaring.’




Hoe zou je jouw stijl omschrijven?


‘Vrij sober en ingetogen, eenvoudig. Ik werk veel met uniekleuren en drie dimensionale structuren. Dat heeft wel mijn voorkeur, zeker wat betreft de home collecties. In de modecollecties kan ik af en toe een uitstapje maken. Voor zover ik kan overzien blijf ik voorlopig wel bij kleuren als grijs, blauw, beige en ecru. Ik sluit niets uit, maar je zult mij niet snel iets in roze of geel zien maken. Verder werk ik voor de home collecties met een basiscollectie en die vul ik ieder jaar aan met nieuwe producten, kleuren en structuren. Coco Chanel is een van mijn grote voorbeelden. Zij heeft als eerste gebreide stoffen in bovenkleding voor vrouwen geïntroduceerd. Haar ontwerpen stonden voor geborgenheid en elegantie. Dat vind ik een mooi streven.’

Hoe ziet jouw droomopdracht eruit?


‘Het lijkt me heel gaaf om een huis volledig met mijn ontwerpen in te richten en elke kamer een bepaalde sfeer of het thema van een dier mee te geven. Maar dan dus met mijn alternatief voor bont; driedimensionale wollen breisels met prints van bijvoorbeeld een luipaard of giraffehuid. Dat is toepasbaar op zowel vloerkleden, plaids als kussens. Het aankleden van een museum als een soort tribute to nature lijkt me ook te gek. Daarin wordt dan de schoonheid van dieren getoond. Verder hoop ik ooit eens te kunnen samenwerken met een partij als het Wereld Natuur Fonds. Ik zou de krachten graag willen bundelen en mooie, hoogwaardige designs vervaardigen. Geen geitenwollen sokken, maar mooi en duurzaam.’



Rechts: textieldesigner Nanna van Blaaderen

Waar kunnen we jouw werk bewonderen?


‘In mijn showroom en studio in Amsterdam. Daarnaast ben ik in gesprek met een aantal winkels in Nederland en België. Maar daar kan ik nu nog niet te veel over zeggen, omdat het allemaal nog niet vaststaat. Verder ben ik bezig met twee nieuwe modecollecties en de home collectie wordt uitgebreid met meerder ontwerpen en productgroepen. Ik ben erg afhankelijk van wat financieel mogelijk is. Het is heel kostbaar om alles te moeten financieren en het kost veel tijd om de producten te maken. Daarom houd ik grotere klanten zoals warenhuizen nog even af. Ik vind het nog te eng om zo’n voorproductie te bekostigen. Ik run mijn bedrijf helemaal zelf en doe ook alle investeringen. Voor grotere voorproducties zijn behoorlijke bedragen nodig. Die stap wil ik pas zetten als ik er klaar voor ben.’




Je bent van kinds af aan al gek op dieren, heb je eigenlijk een lievelingsdier?


‘Dierenwelzijn is een heel belangrijk onderdeel van mijn leven en ik vind de natuur waarachtig mooi, maar honden zijn wel echt mijn ding. Ze zijn gewoon zo aandoenlijk. Toen ik als kind buiten Amsterdam woonde heb ik er lange tijd een gehad, maar ik ben nu gewoon te druk. En nu ik in de stad woon…dat wil ik zo’n beest niet aandoen. Dan voel ik mee heel schuldig.’

Tekst: Simone Lautenbach
Fotografie: Sigurd Kranendonk

Back to top