Overslaan en ga direct naar de inhoud

Het oog van de architect

Eigenlijk was het de bedoeling om het appartement zo te laten als het was. Het was licht, ruim en voldeed aan alle eisen. Maar toen diende dochtertje Maria Luce zich aan en hadden Gualtiero Sacchi en Elisa Calzolari extra ruimte nodig voor de kleine dame. Dus bouwden ze twee extra kamers, zonder daarbij de gang van zestig vierkante meter op te offeren, want daarin ligt een prachtige vloer uit begin 1900 die ze intact wilden houden.



Design en esthetiek
Het zegt alles over de manier waarop de Sacchi en Calzolari omgaan met design en esthetiek. Galtiero Sacchi is designer en architect en heeft zijn eigen gelijknamige studio die onder meer verantwoordelijk is voor de showrooms van Max Mara in New York en Milaan en productontwerpen voor Viabizzuno, Bosa Ceramiche en Ligne Roset. Elisa Calzolari is visual designer voor een bekend Italiaans modehuis. In hun appartement in Reggio Emilia, in het noorden van Italië, tussen Milaan en Bologna, komen hun gevoel voor mode, stijl, architectuur en esthetiek samen.
In de grote gang – die met de mooie vloer - bijvoorbeeld, staan nauwelijks meubels omdat de bewoners hier ruimte wilden creëren voor werken van jonge fotografen, sculpturen, keramiek, schilderijen en een verzameling objecten van jonge Aziatische kunstenaars. Het enige meubelstuk is een enorme tweekleurige ijzeren kast uit de jaren dertig afkomstig uit een Franse werkplaats. Hij wordt verlicht door een protoype van de lamp Riccami die Sacchi ontwierp voor Viabuzzino.



Het hart van het huis
Aan het einde van de gang ligt de keuken, een ontwerp van Sacchi, met een aanrecht van kalksteen en handbeschilderde azulejos uit Portugal tegen de achterwand. Grote openslaande deuren leiden naar het terras, het werkelijke hart van het huis. Hier brengen Calzolari en Sacchi graag hun avonden door in de schommelstoel van Nanna Ditzel. Het terras is ook zichtbaar vanuit de eetkamer. Blikvangers in deze ruimte zijn de Zeppelin kroonluchter van Marcel Wanders voor Flos en de felgroene kantoorstoelen uit de jaren zestig van Tecno. Ook hier is veel plaats voor kunst met een collectie litho’s van kunstenaars als Tozzi, Treccani en Ligablue die met architectonische precisie verdeeld zijn over de muren.
De doorgang naar de woonkamer wordt gemarkeerd door een koperen kozijn. Hier betreedt je letterlijk een andere ruimte, waar het neutrale wit in de eetkamer plaatsmaakt voor het originele behang en het ornamentele plafond uit begin 1900. Ze zijn bewust niet gerestaureerd om het authentieke karakter ervan te bewaren. Deze kamer is, meer nog dan alle andere, een ruimte vol contrasten met een Dress sofa van Giuseppe Viganò en jaren vijftig leunstoelen die opnieuw zijn bekleed met limoengele stof van Kvadrat.



Architectonische precisie
Elke ruimte in het appartement is met architectonische precisie en gevoel voor esthetiek ingericht waarbij niets aan het toeval is overgelaten. Dat blijkt nog het meest uit de studeerkamer van Gualtiero, waar de Zinc tafel van Piet Hein Eek de ruimte domineert, maar waar ook originele Thonet-stoelen #14, een vintage commode van Pastoe en een jaren zestig Tau-lamp van Sergio Mazza voor Artemide een plekje hebben gevonden. Zelfs de verzameling Duitse aardwerk vazen bovenin de kamerhoge kast, is zorgvuldig op maat en de juiste afstand gepositioneerd. In elke hoek van dit appartement spreekt de liefde voor design.



Dit artikel is gepubliceerd in Residence 2019 no. 12. Het blad is te koop via onze website.

Credits
/ Fotografie: Fabrizio Cicconi / Living Inside
/ Tekst en styling: Francesca Davoli
/ Tekstbewerking: Sylvia Emonts



Back to top