Afkomstig uit een familie van diamantairs en juweliers is het niet zo vreemd dat Ward Strootman óók verliefd is op stenen, mineralen en fossielen. Hij maakt er massieve kunst mee.
In een oude fabriek in het pittoreske Vechtdorpje Nieuwersluis ontvangt Ward Strootman geïnteresseerden. De enorme ruimte – robuust en sfeervol – staat vol met zijn kunstwerken. Kunstwerken gemaakt van stenen, mineralen of fossielen. Een symbiose tussen mens en natuur. Strootman (27) is jong en ambitieus. En steekt dat niet onder stoelen of banken. ‘Als je mijn werk ziet, moet je meteen denken: hé, dat is een Ward Strootman. Dat is mijn doel.’
Strootman kreeg de liefde voor stenen al van kleins af aan mee. Zijn familie werkt al generaties lang met diamanten. Zijn overgrootvader had een diamantloods in Amsterdam, Elion & Jesse. Zijn opa was een diamantair die met grote horlogemerken en stenen door Europa reisde. Hij had kantoren in Duitsland, Antwerpen en op de diamantbeurs in Amsterdam. Strootmans moeder hielp vanaf haar achttiende haar vader met het sorteren van diamanten, met een scherp oog voor de vier c’s: color, clarity, cut, carat weight. Bijna dertig jaar geleden opende ze een juwelierszaak in Amsterdam, Jesse Jewelry.
Tijdens zijn middelbareschooltijd at Strootman tussen de middag een broodje bij zijn moeder in de zaak, waar hij omringd was met vooral kleurstenen, de passie van zijn moeder. En onbewust ontstond zo zijn liefde voor stenen. ‘Na mijn studie International Business besloot ik om in Londen gemmologie te gaan studeren, dat is nu zes jaar geleden.’
Lacht: ‘Ik werd er helemaal nerderig van! Stenen zitten in de geschiedenis van mijn familie, maar ik had me er nog nooit écht in verdiept. Op het moment dat ik erover ging leren, ging er een wereld voor me open. Nu ik zoveel weet, weet ik dat ik zoveel nog niet weet. Het is een niche, maar ik merkte wel dat ik er heel veel gevoel voor had. Ik kon alle stenen sneller identificeren dan klasgenoten. Hoe dat kan? Geen idee, mijn moeder heeft me nooit stenen onder mijn neus gehouden. Het is heel organisch gegaan, zonder moeite. Het is een oprechte passie.’
Juweel voor je huis
Strootman gaat aan de slag bij zijn moeder. Zo ontwerpt hij sieraden met ruwe kristalformaties. ‘Ik vind de geometrie daarvan heel interessant, dat is al bijna een kunstwerk op zich. Dat is voor mij de inspiratie geweest om grote sculpturen, van vijf-, zes-, zevenhonderd kilo, te gaan maken. Ondraagbaar als juweel, maar als een juweel voor in huis. Een sieraad wordt gedragen door een mens, bij de kunst die ik maak draagt het huis het sieraad.’
Hij wijst op een reusachtig fossiel dat op bronzen palen tussen vloer en plafond lijkt te zweven. Het is een fossiel uit Madagaskar, waarbij Strootman de ruwe stukken benadrukt met gegoten delen van brons. Om zo’n zeldzaam fossiel te kunnen bemachtigen is een goed netwerk onontbeerlijk. ‘Ik reis veel, naar landen als Brazilië, Marokko en Frankrijk. Ik ga naar mineraalbeurzen, leg contacten.’ Grijnst: ‘En ik heb de gunfactor, omdat ik jong ben. Er werken vooral oudere mensen in deze branche. Ik heb inmiddels een goed netwerk opgebouwd, waardoor ik goede stukken krijg toegewezen, van over de hele wereld.’
Kunstwerk van de natuur
Zo kwam hij op een beurs de echtgenoot van een Franse boer tegen die op zijn land vier gogottes had gevonden. ‘Een gogotte is een kwartsvariant, een zandsteenformatie. Deze komt uit Fontainebleau, een bosrijk gebied waar onder de grond een prehistorisch zandduin ligt. Het zand bestaat uit extreem fijne korrels en er zit daar silicium in de grond, het hoofdcomponent dat kwarts vormt en zorgt voor de binding. Die binding is een soort cement geworden in combinatie met het fijne zand. Door het grondwater is – in duizenden jaren – een natuurlijke sculptuur gevormd. Het lijkt bijna een Michelinmannetje van slagroom.’
Hij legt liefdevol zijn hand op de steen. ‘Dit is de meest witte variant, de perfecte kwaliteit. Op veilingen komen gogottes weleens voorbij, vaak met onzuiverheden, maar dit is de top der top. Soms doe ik er niets mee, dan is het gewoon een vondst uit de natuur. Het is vaak al zo mooi van zichzelf. Als ik het niet bewerk, is het een kunstwerk van de natuur, maar ik ben geen steenhandelaar. Als ik een steen heb, ga ik ermee aan de slag. De steen inspireert mij om iets toe te voegen. Ik probeer mijn vingerafdruk achter te laten, zodat meteen duidelijk is dat het een object van mij is.’
Minimalistisch
Strootman is vooral gefascineerd door de minder perfecte stenen. ‘De imperfecties van de natuur, daar speel ik mee, dat triggert mij. De stenen zijn op zich al mooi, maar de imperfecties maken ze uniek. Ik vind het mooi om rauwe delen te bedekken, waardoor de mooie gedeelten van de steen extra naar voren komen: een perfecte balans tussen man-made material en nature-made material. Het is al mooi van zichzelf en ik maak het nog mooier!’
Hij omschrijft zijn stijl als rauw en chic. ‘Ik werk graag en veel met travertin en brons. Niet te shiny, ik wil het niet over de top. Ik ben heel minimalistisch, less is more, soms. Maar altijd in combinatie met een natuurlijk mineraal of fossiel.’ Strootman ontwerpt ook nog sieradencollecties voor de zaak van zijn moeder, maar hij voelt zich kunstenaar. ‘Juwelier en kunstenaar liggen dicht bij elkaar. Een juweel kun je zien als een klein kunstwerk. En ik maak ook wandobjecten van stenen. Welk etiket je ook op mij plakt, het is belangrijk dat als je mijn naam hoort, je meteen aan edelstenen, natuurstenen, mineralen en fossielen denkt.’
Ward Strootman Gallery in Nieuwersluis is open op afspraak. wardstrootman.com
Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief.