Overslaan en ga direct naar de inhoud

In gesprek met kunstenaar Jorge Mañes Rubio

Jorge Mañes Rubio
Jorge Mañes Rubio in zijn aterlier.

Opgeleid als ontwerper, werkzaam als kunstenaar. De in Madrid geboren Jorge Mañes Rubio (36) neemt zijn rol als kunstenaar uiterst serieus. ‘Het is geen spelletje om kunstenaar te zijn. 'Mijn zweet en tranen - letterlijk - zitten in deze werken.’

In 2011 kwam je naar Nederland. Op de dag na Koninginnedag, Amsterdam was nog een grote bende.
Lacht: ‘Ik dacht: waar ben ik nu dan weer beland… Nadat ik was afgestudeerd aan de Royal College of Art in Londen ben ik naar Amsterdam verhuisd om bij Droog Design te gaan werken. Maar tijdens die twee jaar in Londen was ik al voorzichtig begonnen met werken als kunstenaar. Na mijn korte ervaring bij Droog wist ik zeker dat ik gelukkig wilde zijn met wat ik doe en dat design niet meer iets voor mij was.’

Als kunstenaar kun je beter je stem laten horen.  
‘Ja, dat doe ik natuurlijk vooral met het werk dat ik maak. Maar ik maak dat niet voor mezelf. Vooral bij mijn laatste werken voel ik sterk dat het pas begint als een werk klaar is. Het is heel bevredigend als anderen mijn werk verwerven en het zich eigen maken. Het gaat om de connectie met het object, als je voelt: ik moet dit hebben.’

Hoe heb je het Covid-jaar ervaren?
‘Het was wat chaotisch. Veel tentoonstellingen en werkreizen werden geannuleerd en ik maakte me zorgen over mensen van wie ik hou en die ver van me weg waren. Maar de beste manier om hiermee om te gaan, zo besloot ik, was om mijn aandacht naar binnen te richten en nieuw werk te maken. In die zin is het een zeer productief jaar geweest.’

Op welke manier uitte zich dat?
‘Ik heb kleine werken gemaakt. Objecten die je vast kunt houden, dicht tegen je aan. Objecten met een intiem karakter, die een persoonlijk gesprek met je aangaan. Dat ontroerde me meer dan ik dacht.’

Voor corona reisde je veel.
‘Reizen maakt me rijk omdat ik écht een verbinding aanga met mensen. Ik ben geboren in Spanje, als geprivilegieerde witte man met toegang tot goed onderwijs, opgevoed met het idee dat onze cultuur, onze westerse wereld, superieur is. De laatste jaren heb ik in landen als Mexico, Japan, Indonesië en Korea ervaren dat mensen daar een totaal andere visie hebben over wat belangrijk is in het leven. De verhouding tot anderen, tot dieren, tot de natuur en ook de verhouding tot spiritualiteit. In Korea werk ik bijvoorbeeld met sjamaans. In het sjamanisme staat de mens niet boven andere wezens, maar maakt hij deel uit van een groter, onderling verbonden systeem dat alle wezens omvat, of ze nu menselijk, niet-menselijk, materieel of spiritueel zijn. Ik heb er dingen gezien die ik niet kan verklaren met de dingen die ik in Europa heb geleerd.’

Het heeft je blik geopend.
‘Ja, ik ben opgegroeid in Spanje, een katholiek land. Het is heel verfrissend om te zien dat er mensen zijn die geloven in duizenden goden, en duizenden geesten. En dat objecten ook een ziel hebben, net als dieren, rivieren, bos en wat niet. Ik stelde mezelf altijd de verkeerde vragen: is dit waar, is dit echt? De echte vraag moet zijn: als je dit gelooft, hoe beïnvloedt dat je leven? Hoe word je daardoor een beter mens voor jezelf, voor je familie, voor je omgeving. Voor mij was het heel spannend om me te realiseren dat er veel meer was dan de wereld van technologie en wetenschap. En begrijp me niet verkeerd: ik houd ook van wetenschap, maar het feit dat er eeuwenoude en traditionele manieren van ‘weten’ zijn, moet niet weggezet worden als iets uit het verleden. Ik wil me niet alleen maar focussen op westerse wetenschappen en technologie.’

Lees het interview verder in Residence no.4, bestel hier via onze online shop!

Fotografie: Jorge Mañes Rubio | Tekstbewerking: Ellen Leijser

INSPIRATIE

Back to top