Ze woonde vlak bij de beroemde Leerdamse glasblazerij en toen ze er als scholier eens een kijkje nam, is ze er eigenlijk nooit meer weggegaan. Deze editie van Vakwerk spreken we Marinke van Zandwijk.
‘Ik had nul connectie met glas, maar wárm glas, dat is totaal iets anders. Dat is magisch.’ De oude glasblazers hadden plezier in het meisje dat elke middag langskwam om haar ogen uit te kijken. Ze gaven haar klusjes, zoals het natmaken van de kranten waarmee ze het glas in vorm brengen. Later leerden ze haar blazen. Ze ging naar de Rotterdamse Willem de Kooning Academie – ‘glasblazen stond daar niet in hoog aanzien, dat was juist wel verfrissend’ – maar is altijd blijven blazen in de blazerij. Tegenwoordig werkt ze een paar uur per week voor het Leerdamse glasmuseum en maakt daarnaast als zelfstandig kunstenaar naam met haar wulps gevormde, betoverend mooie reuzenbellen. ‘Ik zie ze bijna als een soort van individuen, die groeien en zich ontwikkelen, en die ik van vorm kan laten veranderen door er van binnenuit in te blazen of ze juist van buitenaf ergens tegenaan te laten komen. Elke bel is anders.’
Waar individuen jarenlang de tijd hebben om tot wasdom te komen, is het bij haar bellen een minutenzaak. Voor het glas stolt, moet het gebeuren. ‘Soms kunnen dagenlang alle bellen mislukken. En óf het lukt hangt af van hoe ik mijn pijp hou, waar ik mijn glas verdeel, hoe hard ik blaas en hoeveel ik het glas heb opgewarmd. Het juiste moment van uitblazen is het belangrijkst. Herstellen kan niet, het is gewoon goed of niet goed.’
Marinke volgen? Dat kan hier. Haar werk is ook te zien bij galerie Franzis Engels.
Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief.