Binnenkijken in een Brussels boshuis. Lise Coirier en Gian Giuseppe Simeone, eigenaren van de Spazio Nobile kunstgalerie in Brussel, combineren kunst, design en geschiedenis in hun negentiende-eeuwse huis aan de rand van het Zoniënwoud.
Dit gigantische huis werd rond 1900 gebouwd in de nasleep van de wereldtentoonstelling van 1897 in het Brusselse Jubelpark en de nabijgelegen gemeente Tervuren, de bouw van het AfricaMuseum en de opening van de Tervurenlaan, die het gebied met de stad Brussel verbindt. In deze landelijke omgeving combineert het gebouw stijlen van stromingen uit het einde van de negentiende eeuw, namelijk een neoklassieke structuur, met neobarok en art nouveau.
De ouders van Gian Giuseppe Simeone bewoonden eerder dit huis. Nu woont hun zoon er met zijn vrouw Lise Coirier en hun twee dochters, Juliette en Eva. Veel van de historische details van het 600 vierkante meter tellende huis zijn door het stel zorgvuldig geconserveerd; denk aan prachtige marmeren schoorstenen, zuilen en stucwerk, mozaïeken en glas-in-loodramen. Lise en Gian Giuseppe hebben het huis geleidelijk aan wel opgefrist met behoud van de originele structuur en kenmerken, samen met de bevriende Belgische interieurarchitect Anne Derasse.
‘We hebben de daken vernieuwd, het hele interieur opnieuw geschilderd, extra geïntegreerde bergingen gecreëerd en enkele ruimtes gemoderniseerd, zoals de badkamers. Maar het bijhouden van dit huis is een voortdurend werk en we plannen steeds nieuwe ingrepen, zoals het herstellen van de kozijnen en het opnieuw inrichten van de tuin met landschapsarchitect Aldrik Heirman, die deze zal hervormen tot een eigentijdse buitenruimte met behoud van zijn bestaande ziel,’ aldus Lise Coirier.
Anne Derasse speelde als kunsthistorica een grote rol bij het samenstellen van een coherent kleurenpalet dat het interieur en het enorme trappenhuis met elkaar verbindt, maar ook bij het ontwerpen van meubels en opslagruimtes die samengaan met de grote ruimtes en hoge plafonds. De ingang is opnieuw geverfd en de nabijgelegen kasten zijn geschilderd in een contrasterende, eigentijdse roodtint die de historische mozaïeken verlicht. Ondertussen vormen in het eetgedeelte de intense zwarte kleur, het witte plafond en het parket op de vloer het perfecte decor voor de houten tafel van Carl Hansen en Hans Wegner-stoelen. Aan het 1900-huis zijn door de tijd heen delen toegevoegd, maar de sfeer van de ruimtes staat nog altijd overeind, wat zorgt voor een harmonieus geheel. Achter de woonkamer bevindt zich een serre omringd door planten en bomen, die net als de keukenruimte aan het huis is gebouwd in de jaren vijftig. De lichte veranda is gevuld met antieke voorwerpen en meubels uit Afrika en Azië die het paar in de loop van de jaren verzamelde. De witte keuken, ontworpen in de jaren dertig, is weer heel anders. Het meubilair van het eerste Cubex-keukenmodel, gemaakt door de modernistische architect Louis Herman De Koninck, is gerestaureerd en opnieuw geverfd. Dit gaat de dialoog aan met een lamp van de Deense ontwerper Cecilie Manz, een metalen kruk van Oskar Zieta, Scandinavische keramiekwerken en diverse objecten ontworpen door Alfredo Häberli.
Gepubliceerd in Residence No. 9, 2021 verkrijgbaar online. Fotografie: Christoph Theurer | Tekst en styling: Elen Pouhaer | Tekstbewerking: Lisa Goudsmit