Overslaan en ga direct naar de inhoud

Meubelrestaurateur Cilia Knols over de liefde voor meubels

Aanbrengen van harde was op een eikenhouten draaifauteuil uit eind negentiende eeuw.
Aanbrengen van harde was op een eikenhouten draaifauteuil uit eind negentiende eeuw.

Antiek en vintage meubels hebben een geschiedenis, een verhaal. En daar voegt meubelrestaurateur Cilia Knols graag een hoofdstuk aan toe.

Je werkt sinds zes jaar als meubelrestaurateur. Wat heb je hiervoor gedaan?
‘Ik werkte als communicatieadviseur, maar voelde al mijn hele leven een liefde voor oude meubels. Nu is het hip om spullen te bewaren en te behouden; ik haalde toen ik zestien was al meubeltjes van de straat die ik vervolgens in de was zette.’

Kwam het niet in je op om er een vak van te maken?
‘Nee, ik heb het altijd als een hobby gezien. Ik vond het leuk om met mijn handen bezig te zijn. Ook als communicatieadviseur vond ik dingen maken het leukst. Er kwam een moment dat ik dacht: als ik nog iets anders wil, dan moet ik het nu doen. En die keuze heb ik in 2015 gemaakt.’ Spannend? ‘Als een droom een serieus idee gaat worden, is dat natuurlijk spannend. Maar ik werkte, naast mijn baan, al een dag in de week bij verschillende restaurateurs. Dat was de leukste dag van de week!’

Hadden jullie vroeger antiek in huis?
‘Ja, mijn ouders combineerden dat altijd met modern.’ Lacht. ‘En zo ziet mijn huis er eigenlijk ook uit.’

Detail van fineersoorten zoals rozenhout en wortelnoten, die gebruikt worden wanneer meubels fineerschade hebben.
Detail van fineersoorten zoals rozenhout en wortelnoten, die gebruikt worden wanneer meubels fineerschade hebben.

Waarom gaan die twee goed samen?
‘Dat heeft te maken met de kwaliteit van de objecten. Antieke meubels zijn supermooi gemaakt, met massiefhout, met mooi fineer en met zwaluwstaartverbindingen. Je ziet dat die meubels met veel tijd en aandacht zijn gemaakt. Dat geldt ook voor de designklassiekers. En het combineren van oud en nieuw vind ik spannend. Ik zie het ook bij klanten, dat met name jonge mensen één mooi antiek meubel in huis hebben, naast moderne dingen. Dat meubel komt vaak uit de familie, daar hebben ze herinneringen aan. Ik vind het bijzonder om met die meubels te mogen werken.’

Want het verhaal achter de meubels is voor jou belangrijk?
‘Jazeker, je zorgt niet alleen dat een meubel een tweede of derde leven krijgt. Hoe een stuk bij iemand is gekomen, welke herinneringen daaraan kleven, dat geeft echt een extra dimensie aan mijn vak.’

Waarom?
‘Dat is best een lastige vraag, maar met een persoonlijk verhaal gaat zo’n meubel veel meer voor mij leven. Ik ken ieder hoekje van het stuk. Tijdens het restauratieproces scan je voortdurend het meubel – waar zit de schade, wat is er goed aan, wat moet er gebeuren? Je leert een meubel bijna kennen alsof het iemand is.’

‘Ik gebruik zoveel mogelijk producten die het minst schadelijk zijn voor meubels, mens en milieu’

En daar wil je dus goed voor zorgen?
‘Ja, ik doe dit uit liefde voor mooi gemaakte meubels die het waard zijn om behouden te blijven. Ik ben altijd heel trots als ze er weer goed uitzien. Het is een waanzinnige kick als een meubel met schade binnenkomt en weer in goede staat naar de klant gaat.’

Wat voor soort meubels neem je onder handen?
‘Dat verschilt een beetje. Veel antiek uit de achttiende en negentiende eeuw en ook Mid-century modern. Kasten, stoelen, tafels, het is altijd van hout. De schade verschilt ook. Krimpschade bij kasten en tafels komt relatief veel voor: panelen krimpen in de breedte, dat heeft te maken met de wijze waarop wij onze huizen verwarmen en met de relatieve luchtvochtigheid. Bij krimp kunnen scheuren ontstaan.’

Als ik hier om me heen kijk, zie ik veel hamers en beitels, nog meer houtklemmen, maar ook veel potjes.
‘Ik maak mijn eigen politoer, dat is een lak op basis van schellak die veel in de negentiende eeuw werd gebruikt. Harde was maak ik ook zelf, net als mijn lijm, beenderlijm, gemaakt uit beenderen van slachtvee. Ik heb mijn eigen recepten, zo weet ik welke ingrediënten er in mijn producten zitten. Ik gebruik zoveel mogelijk producten die het minst schadelijk zijn voor meubels, mens en milieu.’

Engelse commode van mahonie uit de negentiende eeuw, na restauratie.
Engelse commode van mahonie uit de negentiende eeuw, na restauratie.

Je werkt reversibel. Wat houdt dat in?
‘Alle aanpassingen moeten in principe ook weer ongedaan gemaakt kunnen worden. Daarom werk ik bijvoorbeeld met dierlijke lijm, zodat je de dingen die je herstelt of toevoegt ook weer kunt verwijderen, mochten er andere inzichten ontstaan. Ik werk bovendien behoudend, probeer het meubel zoveel mogelijk intact te laten. Ik ga niet als een waanzinnige lopen schuren bijvoorbeeld, want dan haal je dat wat ik zo mooi vind, de geschiedenis, weg. Dus soms blijft een kring of vlek iets zichtbaar. En dan hoort dit bij het meubel. Ik wil niet het verhaal, het verloop van tijd, helemaal wegpoetsen.’

Je voegt een hoofdstuk toe aan een meubel.
‘Precies, maar ik haal niet die vorige bladzijden weg. Ik borduur voort op de geschiedenis.’

Cilia Knols woont en werkt in Amsterdam. Voor meer informatie, zie haar website. Tekst: Ellen Leijser / Fotografie: Reinier Gerritsen

Rectificatie: dit artikel werd eerder gepubliceerd in Residence 10, 2021. Daarin staat dat Emilie Escher verantwoordelijk is voor de tekst, de tekst is echter geschreven door Ellen Leijser

INSPIRATIE

Over de auteur

Ellen Leijser

Back to top